dinsdag 16 december 2008

04. Werkstuk

1872-1892 Piet´s jeugd.

Op 7 maart 1872 werd Piet Mondriaan geboren in Amersfoort als de oudste zoon van Pieter Cornelis Mondriaan (was hoofdmeester van de school, naast hun huis) en Johanna Christina de Kok. Mondriaan had een oudere zus Christien en drie jongere broers: Willem, Louis en Carel. Hij kreeg een streng christelijke opvoeding. Pieter Cornelis Mondriaan sr. was een fan van de dominee Abraham Kuyper (conservatieve christelijke dominee, oprichter van de ARP en later minister-president). Door toedoen van Abraham Kuyper verhuisden Piet en zijn familie in 1880 naar Winterswijk. In 1886 begon Piet Mondriaan aan de praktijkstudie leraar tekenen. Hij behaalde in 1889 zijn diploma na een “staatsexamen” in Amsterdam. Toen wist hij al dat hij (ook) kunstenaar wilde worden. In 1890 stelde hij zijn eerste schilderijen ten toon. En een jaar later bereidde hij zich voor op het toelatingsexamen van de kunstacademie. Hij kreeg een studiebeurs in 1892 van koningin Emma en kon daarmee 2 jaar zijn studiegeld betalen. Hij haalde in 1892 ook zijn diploma om tekenen te geven op de middelbare school. Toen mocht hij naar de rijksacademie in Amsterdam. Hij verhuisde toen naar Amsterdam en ging bij een vriend van zijn vader wonen.

1892-1904 De eerste stappen als schilder.

In 1894 was zijn dagopleiding afgelopen, hij ging toen verder met de avondopleiding tekenen om goed te leren etsen. Ook werd hij lid van Arti et Amicitae (kunstenaars vereniging in Amsterdam) en daardoor kon hij op belangrijke plekken exposeren. In 1895 was hij klaar met de avondopleiding, maar hij schreef zich nu in voor de volgende avondopleiding: schilderkunst in plaats van tekenen. In 1897 werd Mondriaan lid van een tweede belangrijke vereniging: St. Lucas (ook een kunstenaarsvereniging). Hij zakte voor het toelatingsexamen van de Prix de Rome op het tekenen van mensen. Om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien vroeg hij een verklaring van goed gedrag aan in Winterswijk zodat hij kon gaan lesgeven. In 1898 kreeg hij zijn eerste opdrachten. In 1900 raakte hij bevriend met Albert van den Briel (bosbeheerder) en Simon Maris (kunstschilder). Via Simon Maris kwam Mondriaan in de hogere kunstkringen terecht. In 1901 probeerde Mondriaan opnieuw het toelatingsexamen voor de Prix de Rome, en weer zakte hij.

1904-1911 Geestelijke verrijking.

Er gaat een verhaal dat Mondriaan in 1903 een mid-life crisis kreeg. In 1904 trok hij zich waarschijnlijk daarom terug in een huisje in Uden op aanraden van Albert van den Briel. Maar in juni werd Mondriaan bestuurslid van St. Lucas en bibliothecaris. Op 27 januari 1905 ging Mondriaan weer in Amsterdam wonen en werd hij lid van een theosofische vereniging. Deze stap zou later een grote rol spelen bij de ontwikkeling van zijn schilderijen. In 1909 was er de expositie Spoor – Mondriaan – Sluijters in het Rijksmuseum. In dit jaar werd Mondriaan lid van de Theosofische Vereeniging Nederlandsche Afdeeling. In de herfst van 1910 maakte Piet plannen om een Moderne kunstkring op te richten. In mei 1911 stelde Mondriaan zijn eerste schilderij ten toon in Parijs en in oktober vond de eerste expositie plaats van de Moderne kunstkring. Omstreeks de jaarwisseling van 1911-1912 vertrok Mondriaan naar Parijs.

1912-1914 De eerste periode in Parijs.

Na een aantal omzwervingen ging Piet Mondriaan wonen in de Rue de Départ 26 in Parijs. En hij veranderderde zijn naam in Piet Mondrian om een meer internationale naam te krijgen. In 1913-1914 deed Mondriaan een poging om een nieuwe theosofische kunsttheorie op te zetten en schreef hij een artikel aan de redactie van het Nederlandse blad Theosopia. Het werd afgewezen: de redactie vond het te vernieuwend… In augustus 1914 moest Mondriaan in Nederland blijven vanwege de Eerste Wereldoorlog. Hij was toen naar Nederland gekomen omdat zijn vader erg ziek was.

1915-1919 De Eerste Wereldoorlog in Nederland.

Hij leefde, toen hij tijdens de oorlog in Nederland was, in Laren en Blaricum. Hij ontmoette in 1915 Theo van Doesburg en Bart van der Leck, later ook Vilmos Huszár (allemaal kunstenaars). Piet bleef werken aan teksten over zijn nieuwe theorieën (zie hoofdstuk " De stroming van Piet Mondriaan"). Dit leidde in 1917 uiteindelijk tot een aantal artikelen in het door hem en zijn vriend Theo van Doesburg opgerichte tijdschrift: “de Stijl”. Hij bleef artikelen schrijven tot aan 1920. Zijn artikelen werden in 1921 uitgegeven in een boekje. 1919-1938

Voor de tweede keer in Parijs.

In juni 1919 keerde Mondriaan weer terug naar Parijs. Hij verhuist voor 2 jaar naar de Rue des Coulmiers 5 maar komt in 1921 weer terug naar de Rue du Départ 26, zijn oude atelier. Hij blijft daar wonen tot 1936. Hij komt na zijn terugkeer meer terecht in de hogere kringen van Parijs. Via de contacten van zijn nieuwe vrienden krijgt Mondriaan meer interviews en exposities. Omdat hij niet kon leven van de verkoop van zijn abstracte schilderijen (ze waren te vernieuwend) maakte hij ook wat schilderijen van speciale bloemsoorten of portretten in opdracht uit Nederland. In 1938 besloot Mondriaan te vluchten want de oorlogsdreiging maakte hem bang. Hij vertrekt naar een vriend, Ben Nicholson, in Londen.

1938-1944 De Tweede Wereldoorlog.

De invasie van Nederland in 1940 en de inneming van Parijs schokten hem zo dat hij niet kon schilderen. Daarom besloot hij om naar Amerika te gaan. Hij kwam op 3 oktober 1940 aan in New York. Mondriaan werd direct opgenomen in de hogere kringen van de kunstwereld in New York want hij stond inmiddels bekend als goede schilder bij belangrijke mensen in de kunstwereld. Op 1 februari 1944 stierf Piet Mondriaan. Hij had een verkoudheid opgelopen en die veranderde in een longontsteking. Hij overleed in het ziekenhuis. Hij was toen 72 jaar. Hij is begraven op Cypress Hill Cemetery in New York.

De werken van Piet Mondriaan.

Mondriaan heeft in zijn leven meer dan 200 schilderijen gemaakt. Daarin zie je een groot verschil tussen de gedetailleerde landschappen van het begin en de abstracte blokken aan het eind van zijn leven. Hoe ging die ontwikkeling?Het eerste werk van Piet Mondriaan lijkt nog heel erg op de werkelijkheid (realisme; past goed in die tijd). Hij gaat steeds abstracter schilderen. Uiteindelijk zijn er alleen nog horizontale en verticale lijnen te zien. U kunt dat heel goed zien bij deze 3 werken:

- Figuur 1: De rode boom uit 1908
- Figuur 2: De grijze boom uit 1911
- Figuur 3: De bloeiende appelboom in 1912

Bij het schilderij ‘de grijze boom’ ziet u dat Mondriaan zijn vormen steeds verder ontwikkelt. Sommige vormen hebben niets meer met een boom te maken. Op de achtergrond zie je lijnen en vlakken die geen betekenis meer hebben. Mondriaan had als doel om je alle hoeken van het schilderij te laten zien. De lijnen en vegen staan helemaal los van wat je ziet. Toen hij dit schilderij maakte was het voor hem waarschijnlijk niet genoeg om alleen te stileren. Je kunt zien, aan de schilderijen van Mondriaan, dat hij plannen had om helemaal abstract te gaan schilderen. Maar dat hij niet alleen maar iets origineels wilde doen, maar dat hij probeerde de achtergrond van de werkelijkheid weer te geven en niet alleen de boom op de voorgrond. Hij haalt steeds meer zijn eigen beeld van de boom weg zoals hij hem heeft gezien. Daardoor werd zijn werk steeds donkerder en kreeg het een eigen gezicht. Als je dit schilderij los ziet van de andere zou je er geen boom meer in herkennen (abstract). In 1914 schilderde hij zijn eerste echt abstracte schilderij. Vanaf 1915 bestond het grootste deel van zijn werk uit zwarte en witte strepen. Hij wilde daarmee je verder in zijn schilderijen trekken en je fantasie laten gebruiken.

De stroming van Piet Mondriaan.

Waar hoorde Piet Mondriaan bij: het kubisme, vanwege zijn schilderijen met strakke vormen of een geheel nieuwe stijl?Piet Mondriaan hoorde toen hij begon bij de het realisme, zijn landschappen waren (bijna) hetzelfde als de werkelijkheid. Toen hij in 1912 in Parijs was maakte hij kennis met een aantal schilders. Zij geloofden dat de wereld als een grote legpuzzel in elkaar zat. Daarna werden Mondriaans schilderijen een stuk minder realistisch. Zijn bomen verloren bijvoorbeeld hun bladeren. Na een aantal jaar in Parijs keerde Mondriaan terug naar Amsterdam. Daar richtte hij samen met Theo van Doesburg het kunsttijdschrift `de Stijl´ op. Mondriaan ging artikelen schrijven voor de stijl.

1 opmerking:

Unknown zei

HOOOI
[



Leuk hoor wij moeten ook een pp n:D

dus goeie informatie:D


Xxzies Suusje En Wietsje